woensdag 27 augustus 2014

Auto-fietstocht naar het Kunstenfestival van Watou


De driedaagse geplande fietstocht naar Watou werd wegens het slechte weer herleidt tot een dagtrip, met de fietsen op de wagen naar Diksmuide, en verder met de fiets naar Watou.
De foto's hieronder zijn deels door Diane gemaakt (ik had mijn fotoapparaat vergeten)  en enkele heb ik op het internet gehaald.


Kunstenfestival Watou 2014 gaat over de zoektocht naar geluk in tijden van absurde overvloed. Over de keuzes die we moeten maken en hoe we daarmee onszelf, zonder het te willen, profileren. Over hoe we als mens altijd op zoek zijn naar iets beters. Over hoe het komt dat we ons haast verplicht voelen om gelukkig te zijn en dat verplicht geluk eeuwig najagen. En over hoe dat geluk, door dat najagen, net weer een schim wordt.
Een van de nieuwe locaties, het huis Lenoir, doet dienst als startpunt. Het stemmige herenhuis, met antieke vloeren en wirwarrende bovenverdieping, huisvest onder andere de 'confessional art' van de Franse multidisciplinaire kunstenares Sophie Calle. Pijnlijk persoonlijk werk, foto's, een boekje, de tekst van een afscheidstafereel geborduurd op wit en grijs linnen. 














Op de bovenverdieping mag het wat lichtvoetiger, met bontgekleurd werk van de Nederlandse Conny Kuilboer. 
Opgezette ezel

Schellekens (1974 België)   "Falen is een optie" 2013

Een andere geslaagde confrontatie van poëzie en beeldende kunst is te vinden in het gemeentehuis
De beelden van de Chinese fotograaf Wang Quinsong worden geplaatst tegenover gedichten van Max Temmerman en Paul van Ostaijen. 

Quinsong toont zijn protagonisten omringd door stapels boeken, vloeren bezaaid met proppen papier, muren vol slogans, een information overload waar de hoofdrolspelers slechts moedeloos het hoofd voor kunnen buigen. Ook de vloer van het gemeentehuis gaat schuil onder het afvalpapier, met in een hoek een naïeve sculptuur van een mannetje met twee roeispanen . 

Hij krijgt, op een pancarte, de 'Melopee' van Van Ostaijen naast zich. Probeer er maar doorheen te komen, door die berg aan informatie die door haar veelheid onleesbaar is geworden. 'Er moeten dringend hoofdstukken worden geschreven voor een boek dat als handleiding kan dienen,' mijmert Max Temmerman. 

Melopee
voor Gaston Burssens

"Onder de maan schuift de lange rivier

Over de lange rivier schuift moede de maan

Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee


Langs het hoogriet

langs de laagwei

schuift de kano naar zee

schuift met de schuivende maan de kano naar zee

Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man

Waarom schuiven de maan en de man
getweeën gedwee naar de zee"

Paul van Ostaijen 
(Nagelaten Gedichten  1928)

Op de foto van Quinsong
"1966 Volksrepubliek China" die het gedicht flankeert, vallen studenten uitgeput in slaap tussen de boeken.



Afdeling Weltschmerz
In de Douviehoeve, traditioneel een zwaartepunt in het parcours, wordt op veilig gespeeld. 
Hier lijkt de afdeling Weltschmerz te zijn gehuisvest, met een stevige selectie klassiekers: 'De klacht van den oude' van Elsschot wordt er geflankeerd door 'Le Pont Mirabeau' van Apollinaire en 'Voor de verre prinses' van Slauerhoff. 




Uit een coconvormige sculptuur van Henry Baumann 
druppelt melancholische muziek.


Er hangt een enorm 'wespennest' van plastic zakjes; ze zijn als het ware samengezogen. De man die de laatste zakjes aan het vastmaken was, zou naar eigen zeggen "nooit meer een plastic zakje vragen in de winkel!".


Many, many (people)
De in België wonende Kameroenese kunstenaar Pascale Marthine Tayou stelt ook twee Moleskine-notitieboekjes voor die letterlijk volgeprikt zijn met kopspelden: de agenda van een hedendaagse, drukbezette, niet benijdenswaardige mens. Het is het campagnebeeld van het Kunstenfestival Watou.






In de Douviehoeve komt daar nog een extra zaal bij, met voor het eerst in het Nederlands vertaalde gedichten en grafisch werk van Leonard Cohen."Only one thing made him happy and now that it was gone everything made him happy". 
Opvallende 'eregast' dit jaar in de Watouse eregalerij, bij voorgaande edities gewijd aan Leonard Nolens en Herman de Coninck. Cohens literaire carrière is wat ondergesneeuwd door zijn successen als zanger. Niettemin bleef Cohen doorheen de jaren dichtbundels en boeken publiceren. Een omvangrijke selectie uit dat werk is op de muren van de Douviehoeve te lezen. Het is de dichter Cohen die hier gefêteerd wordt, maar dat opzet lijkt lichtjes te worden gesaboteerd doordat Cohen-de-zanger minstens even nadrukkelijk aanwezig is: de toeschouwers kunnen zelf de LP's met Cohens grootste successen afspelen op koffergrammofoons, of kijken naar beelden van live-optredens. De pancartes met verzen aan de muur doen er het zwijgen toe. Gelukkig wordt het evenwicht nog enigszins hersteld door de docu uit 1965, waarin Cohen nog door het leven gaat als Canada's meest beloftevolle schrijver.


In de Graanschuur  bouwde de Oostenrijker Thomas Ehgartner een golf van boeken, die de vloer en de muren van de schuur beslaat. De boeken zijn met de rug naar beneden op en tegen elkaar gestapeld, waardoor het gissen blijft naar titels en thema's. 







Doofstomme boeken, die niets meer mogen vertellen, en die enkel door deze recuperatie van de papiermolen werden gered - voorlopig. 



Wie wil, kan middenin de installatie gaan staan met de verplichte beschermhoesjes over de voeten.

De volgende locatie is het Parochiehuisje en de Parochiezaal, waar ook het 'uitklapbare land'  Broosistan te zien is.
Giovanni Longo (1985 Italië)  "Uomini compressi"


Foto gedownload uit de artiest's website
Hervé Martijn (1961 België)   "Searching dreams, 2013"
 




 In tijden waar landen zo klein mogelijk proberen te worden, vonden kunstenaars Dirk Schellekens en Bart Peleman een handig uitklapbaar model uit, waar het gras veel groener is dan op een ander. 
 

In de kelder van de Brouwerij een werk van
Felix Gonzalez-Torres (1957 Cuba - 1996 VS)
"Untitled (Blue Placebo) 1991

In het Klooster kun je letterlijk met je hoofd in de wolken zitten, via een installatie van Matsuri Yamana
Matsuri Yamana (1986 Japan)  "The Cloud, 2014"


Khalil Chishtee (Pakistan) bouwt levensgrote sculpturen van plastic zakken. 
Veel van zijn figuratieve werk laat vloeiende bewegingen zien die op deze manier lijken te bewegen. 

DIRIGENT

Als de regen traag blijft vallen

en het licht wordt als aan zee,

sluit de ochtend naadloos

op de avond aan. Dat klinkt



als somberheid, maar niet 

per se. Je hoeft niet alles

in mineur te zingen. Je doet

de dingen met je beste been


vooruit. Aan donker zit altijd

een kant die glanst zoals 

de natte straat. Het heet ook
hondenweer voor iets.



Is het niet grappig dat je

je evenwicht verliest bij het 

schudden van je vacht.

Je weet dat oefenen niet



bij het leven hoort. Alles is

altijd voor echt. Je moet

de straat op en verdrinken,

je borstzak brandend van 



het kaartje voor een stoel

dicht bij de dirigent. Hij
wijst
je met het tillen van zijn

handen op het belang van 



het moment.

Bart Moeyaert


Kritiek op de 'absurde overvloed' (Michael Foley) en op de nog 'steeds uitdijende wereld van waren', zoals filosoof Ton Lemaire zegt, is te zien in de Sint- Bavokerk op het dorpsplein. 

Michelangelo Pistoletto van de Arte Povera-beweging heeft er een enorme lachende Boeddha bovenop een stapel afval, vodden en computerschermen gezet. Een krachtig, niet mis te verstaan beeld.



Het traject maakt een extra lusje rond de Kleine Markt, een pleintje aan de andere kant van de kerk, dat bij vroegere edities wat links bleef liggen. 
Deze Kleine Markt herbergt dit jaar de duiventil waarheen Murphy's plastieken duiven geacht worden weer te keren. 
Een pancarte in algemeen beschaafd kunstwetenschaps moet aan die vrolijke bezetting een diepgang geven die met het blote oog niet valt waar te nemen. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar vanwaar die drang om de kijker zo bij het handje te nemen? Bij de geafficheerde gedichten zit toch ook geen bijsluiter?


De Britse kunstenaar 
Patrick Murphy plaatste op elke nok en dakgoot van de dorpskern een snoepjeskleurig duivenbeeldje: 'de kunste', zoals de locals het festival steevast noemen, is onmiskenbaar neergestreken.



De duiven van Watou springen het meest in het oog. Ze zijn van plastic, in alle kleuren van de regenboog en ze zitten overal waar hun grijze broeders en zusters doorgaans postvatten: op dakgoten en lantaarnpalen. 



Ze hebben zich bovendien ontdaan van hun knellende ringen. 
Die liggen nu in een container op de kleine markt van Watou. 




Belonging responds to the Biennial theme of the 'Unexpected Guest'.  Pigeons are banished from city centres and branded a nuisance.
Belonging elevates the very familiar site of pigeons from their everyday urban context; here they are welcome, colourful visitors. However the installation also evokes questions about ownership and feelings of being accepted or marginalised. Anthropomorphised, the pigeons can be seen to represent any group that struggles to find a natural home or sense of acceptance in a physical or geographical space.

Patrick Murphy said, “Belonging will engage audiences with its bright colour compositions, but there's actually a deeper meaning behind the installation. The emblem of the pigeon is used to highlight the very human struggle in finding acceptance or a natural sense of place, whether this be an intellectual or a physical/geographical homeland"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten