donderdag 30 oktober 2014

Brugge in Oorlog tentoonstellingen




Honderd jaar na de Duitse inval in Brugge herdenkt de stad de Groote Oorlog met drie tentoonstellingen. Vanuit een historische en artistieke invalshoek wordt dit wereldconflict niet enkel in zijn Brugse context getoond maar ook in zijn internationale kader geduid.
Op het gelijkvloers van de hallen brengt Sophie De Schaepdrijver in een historische tentoonstelling het weinig bekende verhaal van een bezette stad die tegelijkertijd uitvalsbasis was voor de oorlog op zee. Ze zoomt in op het dagelijkse leven in Brugge in oorlogstijd en verruimt de blik naar de globale dimensie van de oorlog.
Op de eerste verdieping vinden twee fotografietentoonstellingen plaats: MAGNUMfotograaf Carl De Keyzer biedt een hedendaagse blik op historische foto's over de Eerste Wereldoorlog. Hij selecteerde historisch fotomateriaal uit internationale verzamelingen en maakte er grote, indrukwekkende afdrukken van.
Carl De Keyzer bracht in een tweede expo ook eigen werk samen met dat van negen collega's van het agentschap MAGNUM. Alle tien wonen ze in een land waarin WOI een grote rol speelde. Elk brengt op zijn eigen manier en vanuit zijn specifieke achtergrond het thema in beeld.
Schrijver David Van Reybrouck staat stil bij de jonge doden van toen en nu. Na vijf maanden veldwerk in de Westhoek werkte hij 'Lamento' uit, een tekstmontage over zelfdoding bij jongeren inWest-Vlaanderen vandaag. Dit vormt een aangrijpende partituur bij de oorlogsfotos van de bovenverdieping.


De dubbele rol van Brugge tijdens WO I

De rol van Brugge tijdens de Groote Oorlog is wellicht minder bekend dan die van Ieper, Poperinge of Passendale, toch is hij uniek en het vertellen waard. Brugge is immers bezet door het Duitse leger én is tegelijk uitvalsbasis voor zijn onderzeevloot.
‘Brugge in Oorlog’ is een historische tentoonstelling die inzoomt op het dagelijkse leven in het bezette Brugge, maar die ook aandacht heeft voor de internationale dimensie van de Eerste Wereldoorlog.
 Brugge, Duits militair-maritiem bolwerk
© Stadsarchief BruggeTijdens de Duitse bezetting maakt Brugge deel uit van een militair-maritiem bolwerk gevormd door de driehoek Brugge-Zeebrugge-Oostende. Daarvoor wordt de Brugse achter- en zeehaven uitgebouwd tot een duikbootzeehaven met uitkijkposten en bunkers, langeafstands- en luchtafweergeschut, prikkeldraad en elektrische versperringen, radioverbindingen en onderzeese mijnen. Het bastion dient, zo stelt curator De Schaepdrijver, als steunpunt voor een uitputtingsslag tegen de Britse bevoorrading. In de vooruitgeschoven verdedigingslijn moet het ervoor zorgen dat de Vlaamse kust niet in handen van de vijand valt en beschermt het de Heimat.

Het dagelijkse leven in bezet Brugge

In dit Marinegebiet geldt, onder de leiding van admiraal Von Schröder, een bijzonder streng militair regime dat de bewegingsvrijheid van de inwoners tot het strikte minimum beperkt. Anderzijds is de stad voor de bezetter ook een toeristisch oord en een bron van cultureel prestige.

Door de strenge Duitse regels hebben de Bruggelingen te lijden onder heel wat verbods- en gebodsbepalingen inzake de tewerkstelling aan de haven en de kustverdediging. Ook de opeisingen van etenswaren en gebruiksvoorwerpen en de inkwartiering van Duitse militairen maken hen het leven zuur.
De Brugse bevolking lijdt bovendien onder de geallieerde luchtbombardementen, bedoeld om het Duitse bolwerk te bestoken. In totaal vallen zo’n 6.000 bommen op Brugge en de randgemeenten, waarbij 126 huizen volledig vernield raken en men 125 dodelijke slachtoffers betreurt.

Brugge in oorlog’, historisch onderbouwd

Het Brugse Stadsarchief doet voor deze historische tentoonstelling een beroep op professor Sophie De Schaepdrijver als curator. Ze is een autoriteit op het vlak van de hedendaagse geschiedenis, meer bepaald die van de Groote Oorlog. Als geen ander weet ze de specifieke eigenheid en de rol van Brugge als bezette stad binnen een ruimere internationale context te situeren.

‘Brugge in oorlog’, verteld in 11 thema’s

Foto's, affiches, portretten, gebruiksvoorwerpen, uniformen en andere objecten vertellen het verhaal van een stad in oorlog, vanaf de mobilisatie van juli 1914 tot de naoorlogse herdenkingen van 1919-1920. Thema’s zijn onder meer het schaarse contact met het Belgische leger, het moeizame dagelijkse leven met daarnaast vormen van troost en 'normaliteit', verzet en collaboratie, vreugde om de bevrijding, hulde en rouw.
Kaarten, wandteksten en multimedia kaderen het geheel in een internationale context.

Het is onbegonnen werk om van de "Brugge in oorlog" tentoonstelling een fotoverslag te maken, van de tentoonstelling van Carl De Keyzer en David Van Reybrouck heb ik wel foto's gemaakt. 

Carl De Keyzer en David Van Reybrouck

Aan beide zijden van het front gaan fotografen op pad om het soldatenleven, de gruwel en de verwoestingen vast te leggen. Veel van die beelden bleven bewaard. Magnumfotograaf Carl De Keyzer haalt deze stille, soms vergeten getuigen van onder het stof. Hij scant ze in, bewerkt en presenteert ze met een hedendaagse blik.
Carl De Keyzer scant de historische glasnegatieven in en bewerkt ze voor een zo zuiver mogelijke fotografische weergave. Die bewerking maakt de foto’s actueler, waardoor de kloof naar 1914 verkleint en de Eerste Wereldoorlog akelig dichtbij komt. Hij brengt met ‘Oorlog in Beeld’ geen fotografisch overzicht, maar stelt de oorlogsfotograaf centraal. Wat wilde hij tonen? Wat is de visie achter zijn beeld? Hoe had hij vandaag zijn foto’s willen tentoonstellen of verspreiden?



Magnumfotografie tentoonstelling

Magnumfotograaf Carl De Keyzer presenteert in een tweede expo naast eigen werk ook dat van negen buitenlandse collega’s. Ze brengen, op hun eigen manier en vanuit hun specifieke achtergrond, het thema oorlog in beeld. Oorlog is en blijft immers een wereldwijd en tijdloos fenomeen.
Carl De Keyzer nodigde negen collega’s van het prestigieuze fotoagentschap Magnum uit om samen te werken rond de Eerste Wereldoorlog. Ze geven elk hun visie op die oorlog, zijn herdenking en de zichtbare sporen ervan in hun thuisland, dat er eveneens in betrokken was en gaan na hoe de wereld hem vandaag memoreert.
Antoine D'Agata bijvoorbeeld reed het hele Franse front af om na de 800 kilometer tussen de Westhoek en Zwitserland vast te stellen: 'Er valt niets meer te documenteren.' Carl De Keyzer op zijn beurt trok naar Ieper en toont ons vooral de onmogelijkheid om te herdenken. Trent Parke legde The Avenue of Honour in het Australische Ballarat vast, waar thuisblijvers duizenden bomen plantten voor iedere soldaat die naar het front in het verre Europa vertrok.





 









 






Belgische families bezoeken de loopgraven (Passendale)
Belgische wielrenners en een Duitse re-enactor
(Tyne Cot, Passendale)









Gallipoli, veld met klaprozen
(Gallipoli Peninsula National Parks Museum, Turkije)

Eceabat oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de slag om Gallipoli en de overwinning van de Turkse strijdkrachten als een van de belangrijkste zeges van de Eerste WO.  Respect to History Park, Gallipoli 
Graven van 1320 Servische soldaten.
Begraafplaats van Bulowski, Bitola, FYRO-Macedonie.


Turkse legerofficiers. Eceabat oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de slag om Gallipoli en de overwinning van de Turkse strijdkrachten als een van de belangrijkste zeges van de Eerste WO.  Respect to History Park, Gallipoli 


 




Bill Hampton, stiefkleinzoon van codespreker Ben Hampton, Anters OK
Bobbi Sharp, achterkleindochter van codespreker Ben Carterby, Divide Community OK




Wayland Bruce Frazier, kleinzoon van codespreker Tobias Frazier















Vrouwen controleren wapens,Saint-Etienne 1918
Vrouwen aan het lassen, Saint-Etienne 1918

Training van de cavalarie, Aisne, 1917
Amerikaans Ziekenhuis, Oise 1917
Autopsie op een paard, Somme, 1914
Een barbier aan het werk
De artillerie steekt de rivier over, Oise 1917
Voer voor de paarden van de cavalerie, Souchez, Pas-de-Calais, 1915
Een sprong voorwaarts, Somme, 1914




Soldaten wassen zich bij een plas, plaats en datum onbekend (Jean-Baptiste Tournassoud)













Senegalese soldaten, Saint-Ulrich, Elzas (Paul Castelnau)

Maurice en Robert Antony
Dode Duitsers, Merkem 19 april 1918
Zuidportaal van de Sint-Maartenskerk, Ieper, 15 september 1919
Duitse gevangenen, Veurne, 12 maart 1918
Vervoer van gewonden, Luigem, 28 september 1918
Bij de Lakenhallen, Ieper, 2 oktober 1919
Oorlogsinvalide Henri Duprez verkoopt souvenirs, Ieper; 3 september 1921


Gestrande Duitse onderzeeër, Wissant, 1917

Verdwaalde Duitse zeppelin, bourbons-les-Bains, oktober 1917




Ieper, 1918 (fotograaf René Matton)



Brugge, 1918
Oudenaarde, 1918
Brussel 1918
Doornik, 1918

Vottem

Jean Geusens
Jean Geusens is de eerste Hamontenaar die sneuvelt in Vottem in de nacht van 5 op 6 augustus 1914. Hij is een van de 22 Belgen die gedood worden als hun groep onverwacht uitkomt bij Duitse soldaten die direct het vuur openen. Commandant Van Loo sterft als een van de eersten in een vuurgevecht waarbij 22 Belgen en 11 Duitsers het leven verliezen. Na het vuurgevecht neemt pastoor Crèvecoeur het initiatief om alle gesneuvelde soldaten in de parochiezaal te verzamelen. Daar worden de dode soldaten gefotografeerd door meneer Lajot. 





Op de meeste foto’s zie je duidelijk dat iemand met de hand het hoofd van de dode soldaat recht houdt. Vaak hebben deze helpers op de achtergrond een sigaret in de mondhoeken, waarschijnlijk om de geur van de lijken te verdoezelen. De inwoners van Vottem begroeven de soldaten gescheiden volgens nationaliteit. De foto’s werden later nog gebruikt om de soldaten te identificeren. 












Daarna verdwijnen de foto’s decennialang. 
Tot een Nederlands echtpaar de foto’s koopt op een vlooienmarkt. Dit echtpaar brengt de foto’s onder in het “In Flanders Fields” museum in Ieper.



De Oorlog vandaag in de Westhoek

David Van Reybrouck benadert de geselecteerde beelden en de emoties die ze oproepen op zijn manier: hij schrijft niet over de Eerste Wereldoorlog als dusdanig, maar over onze omgang met die oorlog. 

Daarvoor ging hij zelfs vijf maanden in de Westhoek wonen om er als een etnograaf veldwerk te verrichten. In hoeverre leeft de oorlog nog verder bij de huidige bevolking? “ ‘t Is den oorlog da j’ hier were vindt”, zong Willem Vermandere lang geleden. Ja, maar in welke vorm? 

Van Reybrouck legde zijn oor te luisteren, urenlang, en verzamelde stemmen uit een donker West-Vlaanderen, hij had vooral  aandacht voor het hoge zelfdodingcijfer in de zwaar door de oorlog getroffen Westhoek. Dit is zeer interessant maar kan zeker zeer precair en emotioneel schokkend zijn, in de eerste plaats voor de jeugd maar ook voor volwassenen 
OORLOG IN BEELD brengt beelden uit de Eerste Wereldoorlog samen met getuigenissen over zelfdoding vandaag. Die confrontatie kan heftige emoties oproepen.